F1
Crashes tussen F1-rivalen om nooit te vergeten
Daar stonden ze dan, bovenop elkaar in de grindbak van Monza: Max Verstappen en Lewis Hamilton. Daarmee is meteen een nieuw stuk Formule 1-geschiedenis geschreven.
Want hoewel niemand zit te wachten op crashes, lopen aanvaringen tussen rivalen wel als een rode draad door de F1-historie. Als er op de limiet wordt gereden, en de wereldtitel op het spel staat, geeft niemand een centimeter toe. Zo ook tijdens de GP in Monza in 2021. Max en Lewis zijn niet de eerste concurrenten die samen naast de baan belanden, en waarschijnlijk ook niet de laatste. Een korte duik in het verleden levert deze onvergetelijke crashes tussen titelrivalen op:
Senna en Prost, 1989 (en 1990)
Ayrton Senna en Alain Prost waren eind jaren '80 en begin jaren '90 de absolute topcoureurs van de Formule 1. In 1988 en 1989 reden ze samen voor McLaren en dat team was toen zo dominant, dat Senna en Prost alleen het gevecht met elkaar aan konden gaan. In 1988 pakte Senna de titel, een jaar later stond Prost er het beste voor. Bij de GP van Japan, de voorlaatste race van het jaar, moest Senna winnen om kans te houden op de titel. Prost lag voorop en bij een inhaalactie van Senna bij de chicane voor start/finish ging het mis; de twee raakten elkaar en schoven samen rechtdoor.
Mede door die crash ging de titel naar Prost, maar een jaar later waren de rollen omgedraaid; ook toen crashten de twee in Japan, deze keer in de eerste bocht, en daardoor pakte Senna de titel.
Schumacher en Hill, 1994
Michael Schumacher werd zeven keer wereldkampioen en is daarmee één van de 'all time greats' van de F1. Zijn eerste titel behaalde hij in 1994, maar dat ging niet zonder slag of stoot. Hij begon als WK-leider aan de laatste race van het seizoen in Australië, maar zijn voorsprong op Williams-coureur Damon Hill was maar één punt. Kortom: wie zou winnen in Adelaide, werd kampioen. Schumacher leidde de race, maar maakte een fout en schoot van de baan. Hill wilde profiteren en zette zijn auto ernaast, maar Schumacher gooide de deur dicht. Het resultaat: een spectaculaire crash. Schumacher lag er meteen uit, Hill kreeg zijn auto nog naar de pits. Daar bleek de schade aan zijn auto te groot; ook de Brit moest uitstappen. De titel ging daarmee naar Schumacher.
Schumacher en Villeneuve, 1997
Drie jaar na die crash in Australië was Schumacher nog een keer betrokken bij een crash die de titelstrijd besliste. Ook dit jaar begon de Duitser als WK-leider aan de laatste race, in het Spaanse Jerez. Jacques Villeneuve was dit keer zijn concurrent. En net zoals in 1994 reed Schumacher aan kop en was het aan de Williams achter hem om een inhaalactie te plaatsen. Dat deed Villeneuve en Schumacher stuurde, net zoals in 1994, vanaf de buitenkant hard in. De Duitser schakelde daarmee zichzelf uit, Villeneuve kon verder en pakte zijn eerste en enige wereldtitel.
Hamilton en Rosberg, 2016
En dan een crash die iedereen zich waarschijnlijk nog wel kan herinneren; de botsing tussen Mercedes-teamgenoten Lewis Hamilton en Nico Rosberg bij de GP van Spanje van 2016. Rosberg had de eerste vier races van het seizoen gewonnen, iets waar Hamilton niet blij mee was. In Barcelona waren de teamgenoten in de eerste bochten van de race zoveel met elkaar bezig, dat het eindigde in een nachtmerrie van teambaas Toto Wolff: de twee kegelden elkaar eraf.
Max tijdens zijn GP overwinning in Spanje
© Red Bull Content Pool
In Nederland vond niemand dat erg, want mede daardoor kon Max bij zijn debuut voor Red Bull Racing meteen zijn eerste zege boeken. Maar bij Mercedes waren intern alle poppen aan het dansen. Tussen Hamilton en Rosberg kwam het niet meer goed en na een seizoen vol spanning binnen het team van Mercedes won Rosberg de titel met maar vijf punten voorsprong op Hamilton. Niet lang na die laatste race van het seizoen besloot Rosberg om op zijn hoogtepunt te stoppen: hij verliet de Formule 1 en werd bij Mercedes vervangen door Valtteri Bottas.
