Rachel, voor degene die jou nog niet kennen, kun je wat over jezelf vertellen?
"Toen ik jong was ben ik begonnen met zwemmen. Niet direct omdat dat mijn favoriete bezigheid was maar een vriendin van me zwom graag en ik ben daarom meegegaan. Daarna ben ik gaan hardlopen wat me best goed afging. Het was vrij voor de hand liggend om fietsen erbij te gaan doen, de link naar triatlons was zo gelegd. Na een talentendag werd ik eruit gepikt en is het voor mij echt begonnen."
Wat maakt triatlon zo speciaal?
"Ik hou heel erg van de afwisseling tussen de sporten. Daarbij leer ik heel veel nieuwe mensen kennen en kom ik op de mooiste plekken ter wereld. Het gaat me niet alleen om de sport, maar ook om alles eromheen. Al is het niet altijd even leuk. Het vele reizen en het constant in-en uitpakken van mijn koffers is het minder mooie deel. Zeker gezien ik altijd een fiets bij me heb naast al mijn andere sportspullen."
Hoe ziet een gemiddelde trainingsweek van jou eruit?
"Het is een beetje afhankelijk in welk deel van het seizoen ik zit. Maar over het algemeen zien mijn dagen er zo uit: Maandag: zwemtraining met daarbij romp- en krachttraining Dinsdag, woensdag en donderdag: zwemmen - fietsen - hardlopen Vrijdag weer zwemtraining met romp- en krachttraining Zaterdag: zwemmen - fietsen - hardlopen Zondag: Een lange fietstraining (duurtraining) en hardlopen De lange reisdagen zijn mijn rustdagen."
We zitten nu midden in het wielerseizoen, kan je iets specifieker zijn hoe je daarvoor traint?
"Uiteraard blijf ik al mijn disciplines trainen, maar voor de wielrenners die hierin geïnteresseerd zijn zien mijn trainingen er globaal zo uit: Op dinsdag doe ik meestal een korte rit van 1,5 uur. Deze gebruik ik als actief herstel na mijn hardloop tempotraining. De woensdag fiets ik langer, zo’n 2-2,5 uur. Hierin train ik mijn tempoversnellingen. Zo doe ik blokken van 8x4 minuten met tussendoor 2 minuten rust. In het weekend is het meestal VO2 max training van 2 blokken 30 seconden volle bak, 30 seconden rust, 10 minuten pauze. Dit alles 2x."
Je traint op wattage, wat houdt dat in?
"Sporters trainen op hartslag en/of wattage. Ik doe beide, met nadruk op wattage. Op wattage train je makkelijker dan op hartslag. Je hartslag varieert meer op externe omstandigheden zoals kou of hitte. Wattage is dan een betere en constantere bron. Na de training kijk ik pas hoe mijn hartslag was. Gedurende het seizoen is wattage handig om op te trainen. Zo start ik vaak met 8x4’ op een bepaald percentage wattage. Bij een hoogtetraining trap je makkelijker je wattage omhoog dan op het vlakke of tijdens een afdaling, daarom zal je mij ook vaak in de bergen terug zien."
Waar moet je op letten als je op wattage gaat trainen?
"Om te beginnen heb je natuurlijk een goede wattage-meter nodig. Vervolgens ga je je zeven wattage zones bepalen. Dit kan je door een specialist laten doen maar je kan dit ook prima zelf. Je gaat dan een 20 minuten durende FTP test doen. Dit staat voor Functional Threshold Power. Je gaat dan 20 minuten echt volle bak aan de slag. Het beste kun je dit indoor doen ivm de verkeersveiligheid. Na deze 20 minuten kan je aardig inschatten wat je maximale wattage is die je weg kan trappen. Hierna ga je je zones bepalen. Van zone 1 actief herstel tot zone 7 actief sprinten. Tussenin vind je duurzone, tempozone, drempel en VO2 max. Hou er wel rekening mee dat je ook kijkt naar je gewicht. Er wordt namelijk gekeken naar het wattage dat je wegtrapt ten opzichte van je gewicht. Zelf zit ik rond de 4,3 watt/kg mocht je het willen vergelijken."
“Volg je hart en stop alle energie in het bereiken van je doelen.”